‘Journalistiek’, waar hebben we het nu eigenlijk helemaal over?

Op dit moment loopt het bootcampde 4de Verdieping” van Vereniging Veronica in samenwerking met ANP en ThePostOnline. In korte tijd krijgen groepjes (aspirant) journalisten de kans om een eigen project uit te denken en uiteindelijk te pitchen voor een jury. Zij doen die op de vierde verdieping van het ANP pand en krijgen naast hun opdracht ook nog een aantal kleinere opdrachten en tal van workshops en masterclasses. (Wat te denken van van Yoeri Albrecht, Eric Smit en Ewrin Blom, om er maar een paar te noemen.) Ik zelf gaf een soort masterclass ‘datavisualisatie’ en na afloop werd mij gevraagd waar ik zelf ‘mee bezig was’ op het gebied van journalistiek, en hoe ik dat vakgebied zelf eigenlijk bezie. Een aantal quotes vindt u hier, maar dat is ook wat het is: een paar quotes. Daarmee mist natuurlijk mijn gedachten over het hoe en waarom, de context. Die context, en meer, krijgt u bij deze.

Uit de hand gelopen hobby

Het verhaal van ThePostOnline moge inmiddels bekend zijn, gestart in 2009 als DeJaap is het inmiddels een flinke website geworden met een serieus bezoekersaantal. Ik omschrijf het begin altijd een beetje als “Bert Brussen riep: ‘Wie doet er mee?’, en toen zei ik ‘Ja, is goed joh'”. En zo ging het grof gezegd ook wel, eigenlijk. Ik zit er anno 2013 ook nog steeds, als webadmin en als ‘gewoon’ redactielid. In die zin is het dus inderdaad een “uit de hand gelopen hobby”, zoals ik het zelf ook vaak omschrijf.

Dat betekent overigens niet dat het geen serieuze onderneming is. Wilt u een vaste redactie die fysiek op één plek zit? Hebben we inmiddels ook wel. En ja, daar ben ik best een beetje trots op.

Artikelen schrijven

Dat is mooi, zo’n uit de hand gelopen hobby. Maar ik doe ook nog fantastisch ander werk, gewoon als ‘day job’: marktonderzoek. Dan moet je soms keuzes maken en het feit dat ik het technisch beheer van ThePostOnline voor het grootste deel op me neem betekent dan ook dat het schrijven er steeds vaker bij inschiet. Mijn ’trots’ qua artikelen zijn toch wel de opinie-artikelen, maar daar kom je niet altijd aan toe. Bovendien moet de kennis op een breed gebied ook nog up-to-date blijven (ik kom ook wel eens op de radio) en is er soms andere content ‘nodig’. Daarom blader ik soms door nu.nl om op de hoogte te blijven van het basisnieuws en daarnaast kan ik natuurlijk ook gewoon de ANP-feed bekijken. De kracht ligt voor mij dan in documenteren en onthouden, het waarom daarvan zal zodadelijk duidelijk worden.

Het nieuwst nieuws komt, hoewel langzaam steeds minder, natuurlijk toch voornamelijk uit de Verenigde Staten, als het om (internet)technologie gaat. Een handige site om dan bij te houden is ‘nerd-reddit’ ‘Hacker News‘ de nieuwspagina van investeringsvehikel YCombinator. Abboneer je je ook nog eens op de nieuwbrief, dan krijg je elke ochtend de 10 populairste tech-topics in je mailbox. Een aardige manier om in ieder geval snel op gang te komen.

Ik noem mezelf geen journalist, niet alleen omdat ik geen journalistiek opleiding heb gehad, maar ook omdat ik me niet herken in de pretenties van hen die zich soms als ‘echte journalisten’ presenteren. En ja; daar zal ook wel een stukje genoegzaamheid van mijn kant in zitten: dat die gekke bloggertjes toch een heel eind zijn gekomen. Omdat het werk ook nog naast mijn ‘day-job’ moet gebeuren heb ik amper tijd voor interviews of onderzoeksjournalistiek, zeker dat laatste is natuurlijk erg jammer. Daar komt wel het documenteren en onthouden terug: wanneer je een paar jaar ‘suffe’ nieuwsartikeltjes bijhoudt, kun je later een nieuw verhaal maken door het grote beeld te schetsen. Dat gebeurt mijns inziens nog veel te weinig: een heel gebied waar nog veel te winnen is, gewoon door mensen aan uitspraken van vroeger te houden.

Is de vaagheid omtrent ‘social media taps’ nieuws? Misschien; maar het eigenlijke verhaal is dat we al zeker zo’n tien jaar steeds het terugkerende patroon zien, bij elk soort taps. Een deel is geheim, een deel is niet bekend en we kunnen in een hoop gevallen later niet eens de afgetapte persoon vinden om deze zoals verplicht te verwittigen dat hij is afgetapt. (Dat is dan een inlichtingendiens, hè, kan niet eens de mensen volgen die ze af hebben getapt.)

Niet het ene tapfeit dit jaar is dus het verhaal, het overkoepelde verhaal bij aftappen, waarbij verschillende ministers en staatssecretarissen al hetzelfde verhaal hebben kunnen dien, is hetgeen dat je wilt vertellen. Dat vind ik dan, natuurlijk, ja. En dat is nu wel weer zoiets dat je uitstekend op basis van andere berichten kunt uitwerken.

‘Echte journalistiek’ en de journalistieke mores

Ik hoef aan niemand anders verantwoording af te leggen dan mezelf en mijn eigen geweten. Daarom noem ik me ook geen journalist, dan gaan mensen maar denken dat ik allerlei dingen pretendeer te zijn die ik niet ben. Ongetwijfeld houd ik toch wel me aan bepaalde journalistiek mores, maar het is niet zo dat ik alles onderschrijf. En zo kom ik wellicht uiteindelijk toch nog wel tot een eindproduct dat wellicht toch ‘journalistiek’ is.

En dan heb je toch ook weer mensen als Peter Vandermeersch (hoofdred. NRC) die dan in een programma met, zover ik mij herinner, Bert Brussen. Daar zit hij te vertellen over journalistiek en dan snap ik er dus echt niets meer van. Ten opzichte van eerdere optredens van de ’traditionele media’ leek Vandermeersch relatief geïnteresseerd in dat ‘nieuwe’, maar hij kon het toch ook niet laten zichzelf nog even op de borst te kloppen. Hij vertelt daar bijvoorbeeld ook nog even dat het “heel hoogdravend klinkt maar” en vervolgt dan met inderdaad heel hoogdravend de ‘hoeders der democratie’ trope maar weer eens aan te halen. Dat een hoofdredacteur van een krant net gaat zitten doen alsof er op dat internet allemaal maar een beetje gespeeld wordt, terwijl zijn eigen mensen bij wijze van spreken op datzelfde moment ‘gekke filmpjes’ op NRC.nl publiceren. Dát snap ik nu niet. Peter: zeg dan gewoon “dat proberen wij (ook), het is lastig, maar daar zit een waarde in” (Wat ik betwijfel voor een krant als NRC, maar hey: het gebeurt, hè.). Zeg nou eens gewoon dat dat hele gave internet ook voor NRC de toekomst is, dat het helemaal geen fuck uitmaakt waar iets staat, als maar eerlijke goede mensen het maken. Of zou Vandermeersch niet weten wat zijn eigen medium doet? Dat zou dan weer incompetentie zijn, en dat Peter Vandermeersch incompetent is waag ik dan toch wel net weer te betwijfelen.

Daar komt bij dat ‘echte journalisten’ -ze komen altijd naar voren bij mediadebatten, om te laten zijn dat zij wel ‘goed’ werken en die internetjongens niet- niet zo veel op hebben met de eigen mores. Met een beetje geluk doen ze aan hoor en wederhoor, maar ‘onafhankelijkheid’? Waar komen dan al die zuilen die we ooit hadden dan vandaan? Waar komt de halflauwe stroom aan weinig interessante interviews, die tot stand komen op een manier dat de spreker maar niet gekwetst zal worden -hij moet later immers weer eens opdraven- dan vandaan? Journalistiek ís niet onafhankelijk, nooit geweest en het zal het nooit zijn. Dat hoeft niemand te verbazen: sociaal wetenschappers ‘weten’ al jaren dat ‘onafhankelijkheid’ een soort filosofisch ideaal is dat je alleen kunt pogen te benaderen. Waarom doen journalisten dan ineens alsof ze dat allemaal wel kunnen? De arrogantie ten top! En dan nog vragen mensen mij of ik mezelf journalist zou noemen. Nu ben ik misschien soms best arrogant, maar toch niet zó arrogant.

Intussen liggen de meeste journalisten ook nog eens te versterven op redacties waar ze ook gewoon de geijkte stukjes moeten produceren. Is allemaal niet per se erg, maar of je daar de democratie mee hoedt (die pretentie, sowieso al!) is maar de vraag. Menig (markt)onderzoeker weet dat journalisten notoir slecht zijn in cijfers en persberichtjes met ‘uit onderzoek blijkt’ maar al te graag overnemen, want het is onderzocht dus het zal allemaal wel waar zijn. Weer een pagina gevuld; mooi hoor, die journalistieke mores, maar ik pas even.

En verder

Grootste misverstand van ‘papier’ is mijns inziens dat de concurrentie de weblogs, de nieuwssites en wat dies meer zij zouden zijn. Je concurrentie is niet alleen wat je herkent, maar vooral ook al dat andere. Je gaat de concurrentie om aandacht aan met zo veel meer dan alleen andere nieuwsbronnen: de concurrentie om ogen is met héél het internet, en misschien is nieuws dus inderdaad wel minder nodig dan je nu wilt toegeven. Met je krant.